Gepubliceerd op: 7 juni 2023
Bij mensen met nekpijn is er vaak sprake van een beperkte mobiliteit in een of meerdere richtingen. Dit kan worden gemeten met een instrument (CROM device) en dat wordt dan objectieve meting genoemd. Als de patiënt of de therapeut het zelf beoordeelt wordt het een subjectieve meting genoemd.
In dit onderzoek werd gekeken of de objectieve meting overeenkomt met de subjectieve meting van de therapeut en van de patiënt. Tevens testten de onderzoekers of twee therapeuten bij dezelfde persoon hetzelfde meten. Ze hebben 100 personen met nekpijn in dit onderzoek opgenomen en getest. De nekbewegingen werden in alle richtingen objectief gemeten door twee afzonderlijke therapeuten. De patiënten moesten vragenlijsten invullen over de mate van pijn en hoe beperkt ze zich voelden in dagelijkse activiteiten en een score geven of ze dachten dat hun nek een bewegingsbeperking had.
De uitkomsten waren als volgt:
De auteurs geven in hun discussie nog een wetenschappelijke uitleg over wat ‘beperkt’ nu eigenlijk is. Ze beschrijven uiteindelijk dat er een verschil is tussen wat de wetenschap ziet als beperkt en hoe het voor de patiënt kan aanvoelen. Verder onderbouwen de auteurs hun conclusies met veel andere literatuur en gebruiken ze statistische methodes om alle uitkomsten te berekenen. Ik heb geprobeerd om dit zoveel mogelijk te omzeilen en alleen de conclusies te delen. Mocht je geïnteresseerd zijn om dit artikel te lezen, bekijk dan hier de samenvatting.
Bron artikel
Thoomes-de Graaf, M et al 2020, Does the patient and clinician perception of restricted range of cervical movement agree with the objective quantification of movement in people with neck pain? And do clinicians agree in their interpretation? Musculoskeletal Science and Practice 50 (2020) https://doi.org/10.1016/j.msksp.2020.102226